Waarom zijn de bonden akkoord gegaan met de overstap op één onkostenvergoeding (€ 0,23 per km) voor zowel woon-werkverkeer als dienstreizen met eigen vervoer?
De huidige vergoedingstarieven bij gebruik van een eigen vervoermiddel zijn € 0,19 per kilometer voor woon-werkverkeer en € 0,28 per kilometer voor dienstreizen. De regeling voor woon-werkverkeer ligt onder het fiscaal vrijgestelde tarief van € 0,21 per kilometer. De regeling voor de dienstreizen ligt daar boven, waardoor zij relatief duur is en de werknemer er weinig van overhoudt.
Concreet ziet dit laatste er als volgt uit*.
- In 2022 was de vergoeding voor dienstreizen € 0,28 per km: € 0,19 netto en € 0,09 bruto. Hier hield je na belasting en premies ongeveer € 0,23 cent netto aan over.
- In 2023 is de vergoeding voor dienstreizen € 0,28 per km: € 0,21 netto en € 0,07 bruto. Hier houd je na belasting en premies ongeveer € 0,25 cent netto aan over.
*De hoogte van belastingen en premies zijn per fiscaal jaar en per individu verschillend. We zijn bij bovenstaande berekening uitgegaan van een gemiddelde.
Nog dit jaar wordt het besluit genomen om de fiscaal onbelaste vergoeding voor het gebruik van eigen vervoer te verhogen naar € 0,23. De bonden zagen een kans om de kilometervergoeding voor het woon-werkverkeer per 1 juli 2024 flink te verhogen EN tegemoet te komen aan de wens van de werkgever om de administratieve lasten van het korps terug te dringen.
Het compromis was overstappen op één vergoedingstarief (vlaktarief) bij het gebruik van een eigen vervoermiddel voor zowel woon-werkverkeer als dienstreizen. Daarbij werd aan de ene kant een inkomstenbron aanzienlijk verbeterd (van € 0,19 naar € 0,23 NETTO per kilometer) en aan de andere kant afstand gedaan van een veel minder riante inkomstenbron (€ 0,28 per km, waarvan € 0,23 NETTO en € 0,05 BRUTO).
Die afspraak paste prima in het streven van de bonden om te werken aan zo veel mogelijk extra koopkracht voor zo veel mogelijk politiemedewerkers, aangezien veruit de meeste medewerkers meer woon-werkverkeer hebben dan dienstreizen maken. Wel is nogmaals bevestigd dat medewerkers nooit verplicht kunnen worden voor een dienstreis eigen vervoer te gebruiken. Onveranderd blijft ook dat dienstreizen uitsluitend kunnen plaatsvinden in diensttijd.