Er is langdurig actie gevoerd voor een permanente RVU. Waarom nemen de bonden nu genoegen met een overbruggingsregeling voor alleen de collega’s uit 1961?
De politiemedewerkers die geboren zijn in 1961 worden volgend jaar 64. Ze zouden dan in aanmerking komen voor de politie-RVU als die volledig in lijn zou liggen met de fiscale ruimte in de tijdelijke landelijke RVU. Deze mogelijkheid voor een overbruggingsregeling laten liggen en stug doorgaan met actievoeren voor een permanente regeling zou neerkomen op onzorgvuldig omgaan met de belangen van de collega’s uit 1961.
Bovendien waren op het moment van afsluiten van de overbruggingsregeling de gesprekken tussen de vakcentrales, de werkgevers en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een permanente RVU voor zware beroepen serieus hervat. De steeds hardere acties van de politiebonden waren daarvoor mede de aanleiding geweest.
De politiebonden en de werkgever hadden afgesproken dat de gesprekken over een vroegpensioenregeling voor collega’s geboren na 1961 van start zouden gaan zodra daarover landelijke afspraken waren gemaakt. Dat laatste is op 18 oktober gebeurd. Daarna zijn de gesprekken tussen de politiebonden en de politiewerkgever over een sectorale RVU vanaf 2026 van start gegaan.
Mochten de onderhandelingen over een vroegpensioenregeling voor de politie vastlopen, dan zullen de politiebonden opnieuw actie gaan voeren. Het actiecentrum blijft dan ook in stand.